Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Haar steden zijn geworden tot verwoesting, een dor land en wildernis; een land, [115]waarin [116]niemand woont, en waar geen mensenkind doorgaat. 115. Hebreeuws, in welks, of in deszelfs [steden]. 116. Hebreeuws, niet alle man; dat is, niemand, niet een mens.